Nederland is vergeten hoe je met hout moet bouwen
De grote boze wolf zit de Nederlandse woningbouw in de weg. Het verhaal van de drie biggetjes, waarbij de wolf een rieten en houten huisje zonder moeite omverblaast maar het stenen huisje blijft staan, bepaalt in grote mate hoe Nederland aankijkt tegen houten huizen. “Hout is leuk voor de schuur of de sauna, maar wonen in een houten huis schrikt velen af”, ervaart Bob Elzen van Treetek. “Ten onrechte: hout is duurzaam, comfortabel en dé oplossing voor ons woningprobleem.”
Elzen is een groot pleitbezorger van bouwen met hout. Daarbij moet je niet denken aan simpele blokhutten – de mooiste woningen zijn volgens hem juist gebouwen waarbij je niet ziet dat ze uit hout zijn opgetrokken. Doorzonwoningen, appartementencomplexen en kantoorgebouwen kunnen volgens Elzen zonder problemen worden gemaakt van hout.
De voordelen zijn talrijk, zegt hij: “Bij de productie van beton en staal komt veel CO2 vrij, terwijl hout een hernieuwbare grondstof is die juist CO2 opslaat. En als je het goed doorrekent, gebruik je minder materiaal. Hout zorgt voor een goede isolatie en vochthuishouding – en er zijn studies die aantonen dat een houten woning stressverlagend en concentratieverhogend werkt.”
Bovendien geeft hout een ontwerper veel meer vrijheid dan beton en staal. “De mensheid bouwt al eeuwen met hout. We bouwden kathedralen van hout. Met beton en staal ben je veel meer aan vaste vormen gebonden. In Nederland zijn we een beetje vergeten hoe je met hout moet bouwen.”
Brandgevaar
Sommige verzekeraars en hypotheekverstrekkers zien houten huizen als een groot brandgevaar en weigeren daarom dit type woningen. Is dat terecht? Elzen stelt van niet: “Het klinkt misschien niet logisch, maar een houten woning heeft een hogere constructieve brandveiligheid dan beton en staal. Beton en staal stort in bij een brand, hout meestal niet: bij een brand vormt vanzelf een koollaag aan de buitenzijde van een stuk hout. Die koollaag is brandvertragend, waardoor de structuur van de woning veel langer veel stabieler blijft.”
Elzen ziet echter een kentering optreden in de financiële sector. “Moderne spelers geven juist wel mogelijkheden voor duurzaamheid. Traditionele banken vinden dat wat lastig.” “Hopelijk komt de bouw daarmee in een stroomversnelling.”
Schonere bouwcultuur
Met zijn bedrijf Treetek wil Elzen Nederland helpen een schonere bouwcultuur te krijgen. “De bouw is verantwoordelijk voor ca 40% van de CO2-uitstoot. Gebruik je hout, dan heeft dat een positief effect op de CO2-reductie. Bovendien gaat het sneller dan traditionele bouw, waarbij de bouwplaats ook de fabriek is. Onderdelen van houten woningen kunnen al in de timmerfabriek worden gemaakt, op de bouwplaats hoeven ze dan alleen nog in elkaar gezet te worden.”
Abonnementen opzeggen na een overlijden
Bij het overlijden van een naaste is het vaak lastig om de emoties de baas te worden. Het is echter belangrijk om binnen het rouwproces ook aandacht te hebben voor de financiële gevolgen van de dood. Denk bijvoorbeeld aan de regelingen waar je als nabestaande aanspraak op zou kunnen maken, wat je bij de Geldwijzer Nabestaanden van het NIBUD kan nagaan. Maar ook de inspanning die vereist is om de financiële verplichtingen van de overledene op te zeggen, waaronder de abonnementen die hij of zij tijdens het leven had. Het is daarom verstandig om een checklist af te gaan over wat je allemaal moet regelen bij het overlijden van een dierbare.
Akte van overlijden
Om een abonnement van je dierbare op te kunnen zeggen bij een dienstverlener, is het belangrijk dat je over een kopie van de akte van overlijden beschikt. Op het moment dat je aangifte van het overlijden bij de gemeente hebt gedaan, nadat een arts een verklaring van overlijden heeft getekend, zal de gemeente de Basisregistratie Personen (BRP) bijwerken en deze akte van overlijden opstellen. Als naaste mag je vervolgens vragen om een kopie hiervan.
Deze kopie is noodzakelijk om uit naam van de overledene abonnementen op te kunnen zeggen. In Nederland zijn bedrijven namelijk verplicht om lidmaatschappen en abonnementen stop te zetten wanneer bewijs is gepresenteerd dat het lid of de abonnementhouder overleden is. Als nabestaande kan je daarom een opzegging per mail of post doorsturen naar het bedrijf in kwestie, en hierbij indien noodzakelijk een kopie van de akte van overlijden aan toevoegen.
Let wel: als naaste kun je er ook voor kiezen om een abonnement niet op te zeggen, maar deze op jouw naam te zetten. In dat geval neem je de verplichtingen van het abonnement over zoals die waren voor de overledene. Wanneer een abonnement is overgezet op jouw naam, zijn de reguliere regels omtrent opzeggingen van toepassing.
Wat je niet hoeft stop te zetten
Op het moment dat het overlijden bij de gemeente wordt aangemeld en de Basisregistratie Personen is bijgewerkt, zullen andere overheidsinstanties ook verwittigd worden. Onder meer de Belastingdienst, het UWV en de Sociale Verzekeringsbank hoeven daarom niet direct door een nabestaande te worden geïnformeerd.
Dit betekent in de praktijk dat je als nabestaande bepaalde zaken na het overlijden niet zelf hoeft op te zeggen en automatisch worden stopgezet. Denk aan de zorgverzekering en zorgtoeslag van de overledene, en de uitkering of het pensioen die je dierbare ontving. Ook hoef je als nabestaande niet extra inspanning te verrichten om de gemeentelijke belastingen voor de overledene stop te zetten, deze betalingsplicht vervalt namelijk automatisch. De inkomstenbelasting is overigens nog wel van toepassing.
Nederlandse huishoudens onwetend over invloed schulden op hypotheek
Wie een telefoonabonnement of een leaseauto afsluit, kan daarmee de hoogte van de maximale hypotheek beïnvloeden. Gesneden koek voor adviseurs, maar de doorsnee Nederlander staat daar niet bij stil, zo blijkt uit onderzoek van MUNT Hypotheken onder ruim duizend Nederlanders met een hypotheek.
Twee op de drie weet niet dat een telefoonabonnement van invloed kan zijn op de leencapaciteit. Ook op het gebied van andere BKR-registraties, zoals een leaseauto, blijkt de onwetendheid bij huishoudens groot.
Het BKR registreert alle financiële verplichtingen boven de 250 euro als deze minstens een looptijd van één maand hebben. Vanaf 1 april zijn hypotheekaanbieders verplicht om rekening te houden met de werkelijke, volledige maandlasten van deze contracten. Het hebben van een private leaseauto kan daardoor tot wel veertigduizend euro aan leencapaciteit schelen. Zeventig procent van de Nederlanders heeft hier geen weet van. Ongeveer hetzelfde percentage (66%) geldt voor de gevolgen van een studieschuld bij Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
Ruim één derde van alle ondervraagden weet van geen enkele BKR-geregistreerde schuld, wat het effect is op de hoogte van de hypotheek. Dat baart Ellen Hensbergen, directeur van MUNT Hypotheken, zorgen. “Niet alleen omdat een huis kopen zo nóg moeilijker wordt, maar ook omdat de vaste lasten hierdoor blijven stijgen. Dit kan in combinatie met een dalende koopkracht en stijgende energielasten een gevaarlijke cocktail worden. Huizenkopers moeten zich daarom goed laten informeren door een hypotheekadviseur over de consequenties van het aangaan van schulden en langlopende verplichtingen.”
Uitstel van betaling
Met oplopende energieprijzen is de angst voor nieuwe of oplopende schulden bij een derde van de huishoudens toegenomen. Bijna negen op de tien ondervraagden verwacht echter geen uitstel van betaling aan te hoeven vragen voor de hypotheek. Hensbergen: “Gelukkig kennen we in Nederland heel weinig betalingsachterstand op hypotheken. De stijgende vaste lasten raakt echter ook de middeninkomens: zij zullen dit in de portemonnee voelen.”
Schulden ontstaan vaak door plotse veranderingen op carrièregebied of een gebeurtenis in de relationele sfeer. Volgens het onderzoek zijn niet-vrijwillige inkomensdaling (36%), arbeidsongeschiktheid (33%) en relatiebeëindiging (26%) de grootste boosdoeners. In die drie gevallen verwacht minstens een kwart van de ondervraagden te moeten verhuizen, omdat zij de hypotheek in die situatie niet kunnen ophoesten.
Bron; onderzoek van Munt hypotheken
Kom in actie voor je pensioen: dit zijn de knoppen waar je aan kunt draaien!
De invoering van de nieuwe Pensioenwet is tot 1 januari 2023 uitgesteld. Maar dat wil niet zeggen dat jij niet alvast in actie kunt komen! Weet je hoe je ervoor staat en aan welke knoppen je kunt draaien?
Er wordt al jaren over gesproken, het Pensioenakkoord en de nieuwe Pensioenwet die daaruit voortvloeit. Maar de invoering ervan laat nog even op zich wachten. Dat betekent ook dat bepaalde nieuwe keuzemogelijkheden nog niet voorhanden zijn. Ook het ineens opnemen van maximaal tien procent van je pensioenkapitaal is uitgesteld tot medio 2023.
Het begint met inzicht
Toch zijn er ook op dit moment al keuzemogelijkheden en knoppen waar je als deelnemer in een pensioenregeling aan kunt draaien. Daarvoor is wel nodig dat je weet hoe je er nu voor staat, welk bedrag je naar waarschijnlijkheid zult bereiken én of dat genoeg is. Dat bedrag kun je nakijken op mijnpensioenoverzicht.nl en met behulp van de jaarlijkse Uniform Pensioen Overzichten (UPO) van je pensioenuitvoerder. Controleer ook wat jouw nabestaanden krijgen wanneer jij overlijdt voor of na de pensioendatum. Zijn ze correct aangemeld?
Online zijn er een hoop tools die je kunt gebruiken om snel wat meer inzicht te krijgen. Zoals die van Nibud, om uit te rekenen wat je later nodig hebt. Je financieel adviseur kan het totale plaatje (denk ook aan de eigen woning en andere spaarpotjes) en de diverse mogelijkheden en gevolgen voor jou en je eventuele partner schetsen.
Knoppen om aan te draaien
Wanneer je inzicht hebt, kun je nagaan welke acties voor jouw/jullie situatie noodzakelijk, interessant en ook mogelijk zijn:
- Extra ouderdomspensioen of nabestaandenpensioen bijsparen/bijverzekeren. Dit kan fiscaal vriendelijk zolang de fiscale ruimte het toelaat. Je hoeft dit niet per se te doen in je huidige pensioenregeling, je kunt dit bijvoorbeeld ook doen met een lijfrente.
- Uitruil ouderdomspensioen/partnerpensioen. Deze keuze is te maken bij uitdiensttreding en bij pensionering. Hiervoor is nodig dat je goed met je partner kijkt wat jullie beiden hebben opgebouwd en hoe jullie elkaar willen achterlaten.
- Pensioen uitstellen of juist eerder laten ingaan. Of nog deels doorwerken en deels pensioen ontvangen: het zogenoemde deeltijdpensioen. Laat de financiële effecten goed doorrekenen. Eerder met pensioen gaan heeft namelijk twee effecten: je bouwt minder pensioen op en de uitkering moet over meer jaren worden verdeeld.
- Hoog-laag constructie. De eerste jaren na pensionering ontvang je meer geld dan de laatste jaren. Mensen kiezen hier doorgaans voor omdat ze verwachten de eerste jaren na hun pensionering het meest actief te zijn.
- Nieuwe baan? Dan kun je onder bepaalde voorwaarden je pensioen meenemen. Je kunt een berekening maken op waardeoverdracht.nl.
- Over en weer afstand doen van pensioenrechten in geval van een scheiding of relatiebreuk.
- Vrijwillig voortzetten: na uitdiensttreding om bijvoorbeeld zzp-er te worden, blijf je premie inleggen en bouw je pensioen op. Dit kan maximaal tien jaar.
- Netto pensioen opbouwen. Dit geldt voor grootverdieners: binnen een pensioenregeling bouw je over maximaal een jaarsalaris van € 112.000 pensioen op.
- Bouw je pensioen op in een premieregeling dan heb je twee extra keuzes. Je kunt zelf een beleggingsprofiel kiezen én je kunt de keuze maken om na pensioendatum door te beleggen.
Let op!
Het is afhankelijk van je pensioenregeling welke keuzes je kunt maken. Twijfel je? Neem gerust contact op met je pensioenuitvoerder en vraag het. Uiteraard zijn wij er ook om je inzicht te geven en op weg te helpen.
Gehaast een huis kopen, weet wat je doet!
Haastige spoed is zelden goed, en dat geldt ook voor het kopen van een huis. Hoewel het heel begrijpelijk is dat kopers in sommige situaties snel willen toehappen, kan dat ook behoorlijk riskant zijn. Geen voorbehoud van financiering of bouwkundige keuring opnemen, kan je duur komen te staan. Laat dit laatste vooraf goed uitzoeken met je hypotheek adviseur.
In bepaalde steden en/of prijssegmenten moet je als huizenkoper razendsnel toeslaan. Het kan dan verleidelijk zijn om af te zien van een bouwkundige keuring en/of een financieringsvoorbehoud. Het huis ziet er toch goed uit? En met de hypotheek zal het toch ook wel loslopen? In veel gevallen zal dat ook zo zijn, maar houd rekening met tegenslagen en wees je bewust van het risico dat je neemt.
Bouwkundige keuring
In veel koopcontracten wordt een voorbehoud opgenomen met betrekking tot bouwkundige gebreken. Dit gebeurt vaak bij wat oudere woningen. Wanneer die gebreken volgens een professionele keuring een bepaald vooraf overeengekomen bedrag te boven gaan, kan de koper nog kosteloos onder de koop uit of opnieuw onderhandelen over de koopprijs.
Soms zien kopers echter af van zo’n keuring omdat ze dan sneller kunnen handelen en hopen een aantrekkelijker partij voor de verkoper te zijn. Dat gaat niet altijd goed. In een recente zaak ging een huis van de hand zonder bouwkundige keuring. Toen de nieuwe eigenaar met een aannemer door het huis liep, constateerde die dat het garagedak doorzakte en dat herstel meer dan tienduizend euro zou kosten. De koper meende dat dit een verborgen gebrek was. Maar de verkoper was het daar niet mee eens, die vond dat de koper het zelf had kunnen zien. De zaak kwam bij de rechter en die gaf de verkoper gelijk. Als koper heb je namelijk een onderzoeksplicht en daar was in dit geval niet aan voldaan. De rechter vond het daarbij van belang dat het huis 33 jaar oud was en de koper bedacht moest zijn op enige ouderdomsgebreken of enig achterstallig onderhoud.
Voorbehoud van financiering
Een voorbehoud van financiering is bijna een standaardbepaling te noemen. Het geeft de koper de gelegenheid om kosteloos onder de koop uit te kunnen wanneer de hypotheek binnen een aantal weken onverhoopt niet rondkomt. De koper moet zich wel inspannen voor die financiering en meestal staat in het koopcontract dat koper minimaal twee afwijzingen moet kunnen laten zien.
In een overspannen huizenmarkt kan het voorkomen dat kopers van dit voorbehoud afzien. Ze willen snel handelen en voor de verkoper is het natuurlijk prettig dat er geen voorbehouden worden gemaakt. Toch is dat niet aan te raden. Het kan zijn dat je geen financiering krijgt omdat er iets gebeurt in je persoonlijke situatie: een onverwacht ontslag bijvoorbeeld. Ook kunnen er andere redenen zijn waarom er toch geen hypotheek verstrekt wordt: een schuld of krediet die je vergeten was. Is er geen voorbehoud gemaakt, dan zit je aan de koop vast. Ontbinden kost je doorgaans minimaal tien procent van de koopsom.
Het schrappen van een financieringsvoorbehoud is eigenlijk nooit zonder risico, behalve wanneer je echt voldoende eigen geld hebt of een familie die garant staat. Het is hoe dan ook verstandig om voordat je op een woning gaat bieden met een hypotheekadviseur je leenruimte te bepalen. Ook richting de verkoper geeft het vertrouwen wanneer je kunt melden dat je al bezig bent met de hypotheek. Er zijn ook partijen die een zogenaamde ‘hypotheektoezegging’ doen.
Bedenktijd
Los van voorbehouden heb je als koper altijd drie dagen wettelijke bedenktijd die gaan lopen na het ondertekenen van het voorlopig koopcontract. Die periode is echter in de regel te kort om een bouwkundige keuring te laten uitvoeren of een hypotheek rond te krijgen. De bedenktijd is meer bedoeld om te voorkomen dat kopers een impulsaankoop doen.
Meer weten? Lees ons dossier over het kopen van een huis en neem ons stappenplan mee.
Dít doen ze anders op de Amerikaanse hypotheekmarkt
Net als de Nederlandse hypotheekmarkt heeft de Amerikaanse hypotheekmarkt momenteel veel last van de stijgende rente. In de VS is de stijging van de hypotheekrente zelfs nog veel groter. Daarnaast worden potentiële huizenkopers in de VS streng getoetst. Aan de hand van een ‘credit check’ wordt beoordeeld of zij kredietwaardig zijn.
De Amerikaanse hypotheekmarkt staat dit jaar zwaar onder druk, nadat de Amerikaanse centrale bank een paar keer de rente fors heeft verhoogd. De centrale bankiers hebben bovendien laten doorschemeren dat ze de rente dit jaar nog verder gaan verhogen, omdat zij de inflatie te hoog vinden. Deze renteverhogingen hebben een zeer negatief effect op de Amerikaanse huizen- en hypotheekmarkt, stelt Michiel Groenendijk. Hij is eigenaar van het makelaarsbedrijf Florida Solutions en werkt vanuit Orlando.
Funest effect
“De huizenprijzen zaten tot voor kort sterk in de lift. Maar sinds de Federal Reserve bezig is de rente te verhogen, heeft dat een funest effect op de woning- en hypotheekmarkt in de VS”, meent Groenendijk. “Die is tot stilstand gekomen. Je ziet het bijvoorbeeld aan de nieuwbouw. Tot voor kort was de vraag heel hoog, maar je ziet nu dat veel nieuwbouw niet verkocht wordt. Ook wordt er weer tussen kopers en verkopers onderhandeld over de verkoopprijs. Tot voor kort gebeurde dat nauwelijks meer.”
Volgens Groenendijk hebben de renteverhogingen de Amerikaanse hypotheekrente flink omhoog gestuwd. “Een jaar geleden bedroeg de rente voor een hypotheek van dertig jaar zo’n 3%. Nu ligt die liefst op 5,8 tot 5,9%. Bijna een verdubbeling dus. De renteniveaus gaan hier per week met tienden omhoog. Dat heeft grote gevolgen voor gewone Amerikanen, mensen die ‘van looncheque tot looncheque’ leven. Hun leencapaciteit wordt steeds verder ingeperkt.”
Strenge credit check
Een groot verschil met Nederland is de heel strenge credit check in de Verenigde Staten. De uitkomst hiervan is een zogeheten credit score. Die bepaalt of een huizenkoper wel of niet kredietwaardig is. “Deze credit score loopt van 300 tot 850. Zit je onder de 500, dan hoef je niet aan te kloppen bij een geldverstrekker, want dan ben je niet kredietwaardig”, stelt Groenendijk. “Een bijzonderheid hierbij is dat mensen die in het Amerikaanse leger hebben gediend, eerder een hypotheek kunnen krijgen. Ze hoeven ook minder aan te betalen voor de kosten koper.”
Via de credit score kan een Amerikaanse hypotheekverstrekker onder meer nagaan wat het aankoopgedrag van de huizenkoper is. “Hier kan een aankoop bijvoorbeeld niet doorgaan als je in de tussentijd een auto met een creditcard hebt gekocht. Dat kan ook gevolgen hebben voor de hoogte van je hypotheekrente”, aldus Groenendijk.
Wat kunnen wij in Nederland van de Amerikaanse hypotheekmarkt leren? Een lastige vraag, vindt Groenendijk. Volgens hem kunnen Amerikanen vooral leren van het Nederlandse systeem. “In de VS kun je vrij snel uit een woning worden gezet. Als je een half jaar niet je hypotheek betaalt, ben je direct de klos. Nederlandse huizenbezitters worden daarentegen meer beschermd. Dat vind ik een beter systeem.”
Werknemersbescherming wordt uitgebreid
Op 1 augustus 2022 gaat de Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in. Volgens sommigen is dit de belangrijkste wijziging in het arbeidsrecht na de Wet werk en zekerheid (WWZ) en Wet arbeidsmarkt in balans (WAB).
Het doel van de Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden is de arbeidsvoorwaarden van werknemers verbeteren door:
- transparantere en beter voorspelbare arbeidsvoorwaarden te bevorderen; en gelijktijdig
- te zorgen voor aanpassingsvermogen op de arbeidsmarkt
De wet is afkomstig uit een Europese richtlijn. Dankzij deze wet wordt de werknemer beter beschermd op gebied van:
- de vooraf te verstrekken gegevens
- mogelijkheid om meer banen te hebben
- duidelijk werkpatroon
- overgang naar andere vormen van werk
- bekostiging verplichte opleidingen
Vooraf te verstrekken gegevens
Werkgevers moeten werknemers schriftelijk uitgebreider informeren over de belangrijkste aspecten van de arbeidsrelatie. Hierbij kan je denken aan procedurevereisten en opzegtermijnen, informatie over tijdstippen waarop arbeid wordt verricht, geboden recht op scholing of duur en voorwaarden van de proeftijd.
Recht op meer banen
Een werkgever mag de werknemers niet meer verhinderen werkzaamheden elders te verrichten, tenzij de werkgever daarvoor een objectieve gerechtvaardigde reden heeft. Bij een objectieve reden gaat het onder andere om de gezondheid en veiligheid, de bescherming van de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie, de integriteit van overheidsdiensten of het vermijden van belangenconflicten.
Zonder objectieve reden is een beding in een arbeidsovereenkomst waarin een verbod is opgenomen om arbeid voor anderen te verrichten, nietig. Het maakt bij dit verbod niet uit of de werknemer dit werk als werknemer of als zelfstandige verricht.
Duidelijk werkpatroon
In de arbeidsovereenkomst moeten werkdagen en -tijden voortaan worden vastgelegd in de vorm van referentiedagen en -uren. Als de tijdstippen waarop arbeid moet worden verricht geheel of grotendeels voorspelbaar zijn, moet de volgende informatie worden vastgelegd:
- de duur van de normale arbeidstijd (naar week of dag)
- de regelingen voor overwerk (inclusief de vergoedingen daarvoor)
- de regelingen inzake het ruilen van diensten of het krijgen van een ander rooster
Ook een wisselend rooster of wisselende diensten kunnen voorspelbaar zijn.
Buiten deze referentiedagen kan de werknemer niet verplicht worden om arbeid te verrichten.
Vanuit de WAB moet de werkgever er al rekening mee houden dat de werknemer minimaal vier dagen van tevoren moet zijn opgeroepen. Als deze termijn korter is, mag de werknemer het werk weigeren. Via cao-afspraken kan deze termijn van vier dagen worden bekort.
Overgang naar andere vormen van werk
Als de werknemer ten minste 26 weken bij de werkgever werkzaam is, kan hij meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden vragen aan de werkgever. De werkgever moet hierop binnen een maand schriftelijk en gemotiveerd reageren. Kleine werkgevers (minder dan 10 werknemers) krijgen hiervoor drie maanden de tijd.
Als een werkgever niet op tijd reageert, is het verzoek van de werknemer automatisch gehonoreerd. Een werknemer moet minimaal een jaar wachten na een afwijzing van de werkgever voordat een nieuw verzoek mag worden ingediend.
Bekostiging en faciliteren verplichte opleidingen
Op gebied van scholing zijn de volgende onderwerpen nader vastgelegd:
- rechten van werknemer bij bepaalde verplichte opleidingen
- nietig verklaren van scholingskostenbeding bij verplichte opleidingen
Rechten bij verplichte opleidingen
Aan verplichte scholing die voor de werknemer noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie, worden de volgende rechten gekoppeld:
- Deze verplichte scholing is voor de werknemer kosteloos. Dat betekent dat bijvoorbeeld opleidingskosten, boeken, ander studiemateriaal, examengeld, maar ook reiskosten door de werkgever vergoed moeten worden.
- Scholing wordt als werktijd beschouwd.
Let op! |
Diploma’s die noodzakelijk zijn om met een beroep te starten, vallen niet onder de regels van verplichte scholing. |
Scholing die noodzakelijk is om de functie te kunnen (blijven) uitvoeren, kan bijvoorbeeld scholing zijn om met een nieuw computersysteem te kunnen werken. Of een opleiding Engelse taal vanwege een verbetertraject als de werkgever vindt dat de werknemer deze taal onvoldoende beheerst voor de uitoefening van de functie. In de financiële sector kennen we hiervoor bijvoorbeeld de voor veel financieel professionals verplichte certificeringen op het gebied van Wft-opleidingen, Permanente Educatie en Permanent Actueel.
Nietig verklaren scholingskostenbeding bij verplichte opleidingen
Een scholingskostenbeding waarbij de werknemer verplicht wordt een vergoeding te betalen aan de werkgever in een arbeidsovereenkomst, is direct vanaf ingangsdatum van de wet voor verplichte opleidingen nietig. Daarbij maakt het niet uit welke omstandigheden eraan ten grondslag liggen. Dus het doet er niet toe of de werknemer de opleiding heeft gehaald of kort na het behalen van de opleiding ontslag neemt.
Drukke zomer
Voor een aantal werkgevers is het een drukke zomer. De nieuwe wet, die op 21 juni in de eerste kamer is aangenomen, regelt onder andere dat werknemers bij indiensttreding schriftelijk moeten worden geïnformeerd over tal van rechten en procedures. Zolang dit niet al is geregeld in de cao of standaard arbeidsovereenkomst, moeten werkgevers hun modelarbeidscontract daarop aanpassen. Ze hebben daar niet lang de tijd voor gehad, want deze regels gelden al vanaf 1 augustus 2022!
Een duurzame woning, waar begin je?
Herkenbaar? Je wilt je huis wel verduurzamen, maar je weet niet waar te beginnen. Hoe zit het ook alweer met al die subsidies? En wat levert het eigenlijk op?
Zonnepanelen, dubbel glas, een groen dak. Maar liefst zeventig procent van de Nederlanders overweegt het treffen van energiebesparende voorzieningen in of aan hun woning. En twee derde van de huizenbezitters wil daar ook echt in investeren.
Tussen die wens en de daadwerkelijke uitvoering zitten echter nog wel wat bezwaren. Die hebben vaak te maken met onvoldoende inzicht in de kosten en de opbrengsten van de maatregel. Ook onbekendheid met de financieringsmogelijkheden weerhoudt veel huishoudens nog van het ondernemen van actie.
Eigen geld
Uit onderzoek blijkt dat de meeste huiseigenaren die de duurzaamheid van hun woning hebben aangepakt, dit van eigen spaargeld hebben betaald. Vaak wordt dat ook gezien als een mooi alternatief voor de spaarrekening, die momenteel weinig oplevert. Dan heb je meer aan, bijvoorbeeld, de opbrengst van zonnepanelen.
Hypotheek
Wanneer de investering groter is dan 10.000 euro (en dat is als het gaat om duurzame maatregelen al snel het geval) dan kiest één op de vijf woningeigenaren ervoor om de hypotheek te verhogen. Dat is vrijwel bij elke geldverstrekker een mogelijkheid wanneer je een hypotheek afsluit. Maar het is vaak ook mogelijk om je bestaande hypotheek met dat doel op te hogen, mits het allemaal binnen de voorwaarden past. Een energiezuinig huis levert je bij sommige geldverstrekkers bovendien een rentekorting op. Je financieel adviseur kent alle regels en kan je adviseren wat in jouw situatie het meest verstandig is.
Gemeente
Naast de route van de hypotheek kan je ook kijken wat jouw gemeente doet. Er bestaan bijvoorbeeld duurzaamheidsleningen. Op verbeterjehuis.nl kun je invullen in welke gemeente je woont en krijg je een overzicht van welke subsidies en leningen tot de mogelijkheden behoren.
Adviesgesprek
Steeds meer hypotheekadviseurs hebben zich bekwaamd in woningverduurzaming en kunnen je precies vertellen welke regels er zijn en wat in jouw situatie verstandig is. Misschien kun je een deel financieren en een deel uit eigen middelen betalen. Ook is het bijvoorbeeld mogelijk om een depot te nemen en het geld later te besteden. In vrijwel elk hypotheekadviesgesprek komt dit aan de orde. Maar ook wanneer je al een hypotheek hebt loont het de moeite om in gesprek te gaan. Je hebt de boot echt nog niet gemist!
Dit doen ze anders op de Belgische hypotheekmarkt
De Belgische hypotheekmarkt is voor een deel vergelijkbaar met de Nederlandse, maar wijkt ook op bepaalde punten af. Zo wordt er bij onze zuiderburen een leeftijdsgrens gehanteerd en kan in België een koop ook mondeling worden gesloten.
“Een opvallend verschil met de Nederlandse hypotheekmarkt is het hanteren van een leeftijdsgrens. In Nederland niet of nauwelijks aan de orde, maar in de ons omringende landen wel”, vertelt Ron Weyzen, directeur van Soeverein International Financial Services in Maastricht. “De meeste Belgische banken hanteren als einde van de hypotheektermijn het jaar waarin degene die het hoofdinkomen heeft 75 jaar wordt. Soms korter. Een enkele bank gaat tot 80 jaar, onder bepaalde voorwaarden.”
In Nederland bestaat er verder het schriftelijkheidsvereiste. De koop moet wettelijk schriftelijk gesloten worden. Maar in België is dit geen vereiste. “Dit betekent dat een koop ook mondeling tot stand kan komen”, stelt Weyzen.
Beperkt aantal aflossingsvrije hypotheken
Een hypotheek in België loopt in de regel maximaal 25 jaar – er zijn enkele uitzonderingen – en is annuïtair. Weyzen: “Een zeer beperkt aantal geldverstrekkers biedt aflossingsvrije hypotheken aan. De meeste geldverstrekkers beperken de financiering tot 90% van de aankoopsom. Een klein aantal banken verstrekt tot 100% van de aankoopsom onder bepaalde voorwaarden.”
Wat zouden wij in Nederland van de Belgen kunnen overnemen? Weyzen vindt de strikte Belgische Wet op het Hypothecair Krediet het overnemen waard. “Deze wet beschermt consumenten die een hypotheek hebben afgesloten.”
Twee zaken zijn volgens Weyzen vermeldenswaardig. Ten eerste zit er bij hypotheken met een variabele rente een ‘cap’ op de stijging van de rente en is wettelijk bepaald dat dat rente hoogstens mag verdubbelen. “Consumenten hoeven zich daardoor geen zorgen te maken als de rente enorm omhoog gaat. Daarnaast kent men door deze wet geen hoge boeterente bij het tussentijds extra aflossen of omzetten van de hypotheek. Er mag maximaal een vergoeding worden gerekend die gelijk is aan drie maanden rente over het extra afgelost bedrag. Dat kan consumenten veel geld schelen.
Meer nadruk op maatwerk
Een ander punt dat Nederland van België zou kunnen overnemen, is volgens Weyzen de nadruk op maatwerk bij de Belgen. “De hypotheekmarkt in België is behoorlijk divers, met verschillende acceptatievoorwaarden bij de geldverstrekkers. Dat maakt het soms complex, maar dat geeft ook meer mogelijkheden. De acceptatievoorwaarden bij de Nederlandse geldverstrekkers vertonen geen enorm grote verschillen. Dat is in België totaal anders. De ene bank financiert een bepaalde partij niet, maar een andere doet dat wel. Hun werkwijzen zijn heel verschillend, waardoor er meer maatwerk mogelijk is. De grote diversiteit in de Belgische hypotheekmarkt vind ik daardoor een grote pré”, aldus Weyzen.
Belastingdienst start met rechtsherstel box 3
De staatssecretaris heeft de berekening van het rechtsherstel box 3 bekendgemaakt. Vanaf 1 juli 2022 is de Belastingdienst gestart met het rechtsherstel aan iedereen die op tijd bezwaar maakte tegen de aanslagen 2017 tot en met 2020. Dit gebeurt grotendeels geautomatiseerd. U hoeft dus zelf (nog) geen actie te ondernemen.
Rechtsherstel box 3
Eind 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de huidige belastingheffing over vermogen in box 3 in strijd is met het Eerste Protocol bij het EVRM als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. De Hoge Raad stelde dat het voordeel uit sparen en beleggen moest worden bepaald op het werkelijk behaalde rendement. Het oordeel van de Hoge Raad betekent dat de Belastingdienst rechtsherstel moet gaan bieden. Op 30 juni 2022 is bekendgemaakt hoe de Belastingdienst dit gaat berekenen.
Doelgroep
Vooralsnog wordt alleen rechtsherstel geboden aan iedereen die op tijd bezwaar maakte, aan iedereen van wie de aanslag op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststond
en aan iedereen van wie de aanslag op 24 december 2021 nog niet definitief was opgelegd.
Let op! Het rechtsherstel geldt alleen voor de jaren 2017 tot en met 2022.
Op 1 juli startte de Belastingdienst met het rechtsherstel aan iedereen die op tijd bezwaar maakte tegen de aanslagen 2017 tot en met 2020. De andere doelgroepen volgen later.
Tip! Het rechtsherstel gebeurt grotendeel geautomatiseerd. U hoeft dus zelf (nog) geen actie te ondernemen.
Berekening rechtsherstel
De nieuwe berekening van de box 3-heffing gaat uit van het forfaitair rendement voor drie vermogensgroepen: de banktegoeden, de overige bezittingen (onder meer beleggingen en onroerend goed) en de schulden.
Voor het rendement op banktegoeden geldt een forfait dat gebaseerd is op de gemiddelde rente op deposito’s. Dit loopt van 0,25% in 2017, 0,12% in 2018, 0,08% in 2019, 0,04% in 2020 tot 0,01% in 2021.
Voor het rendement op overige bezittingen wordt uitgegaan van het wettelijke forfait uit rendementsklasse II. Dit loopt van 5,39% in 2017, 5,38% in 2018, 5,59% in 2019, 5,28% in 2020 tot 5,69% in 2021.
Voor het rendement op schulden wordt uitgegaan van de gemiddelde hypotheekrente. Dit loopt van 3,43% in 2017, 3,20% in 2018, 3% in 2019, 2,74% in 2020 tot 2,46% in 2021.
Op basis van de forfaitaire rendementspercentages van de verschillende vermogensgroepen wordt het totale nieuwe forfaitaire rendement berekend. Dit vormt de basis voor de berekening van de nieuwe box 3-heffing.
Teruggave inkomstenbelasting
Als deze nieuwe box 3-heffing lager is dan de box 3-heffing volgens de wettelijke bepaling, zal dit leiden tot een teruggave van inkomstenbelasting. Is de nieuwe box 3-heffing gelijk of hoger dan de box 3-heffing volgens de wettelijke bepalingen, dan volgt geen teruggave.
Let op! Als u binnen de doelgroep van het rechtsherstel valt, krijgt u altijd bericht van de Belastingdienst. Dat kan dus of een teruggave inkomstenbelasting zijn, of het bericht dat u geen recht heeft op een teruggave.
Tip! Als u het niet eens bent met de teruggave of het feit dat u geen teruggave krijgt, kun u of een verzoek om ambtshalve vermindering indienen of, als de bezwaartermijn van uw aanslag nog niet verlopen is, een bezwaar indienen.
Rechtsherstel niet-bezwaarmakers
Als u niet of te laat bezwaar maakte, stond uw aanslag op 24 december 2021 misschien al onherroepelijk vast. Of aan deze doelgroep nog rechtsherstel wordt geboden, is helaas (nog) niet bekend.
Tip! Op verzoek van de Tweede Kamer zijn verschillende opties onderzocht om rechtsherstel te bieden aan mensen die niet of te laat bezwaar maakten tegen de box 3-heffing. Dit rechtsherstel is juridisch niet verplicht, maar de minister kan besluiten om dit toch te bieden. Of dit gebeurt en hoe wordt waarschijnlijk op Prinsjesdag bekendgemaakt. De uiteindelijke keuze zal met name afhangen van de uitvoerbaarheid en de budgettaire gevolgen, maar ook de rechtvaardigheid en juridische houdbaarheid worden meegewogen.